ZEEWOLDE – Bewoners rondom Zilverschoon worden al een aantal nachten uit hun slaap gehouden door aanhoudend geblaf. Althans daar lijkt het op. Uiteindelijk blijkt het geen hond, maar om een ransuil te gaan.
Buurtbewoner Bas Dekkers dacht eerst nog aan een egel. “Maar die maken niet zo’n herrie. Als ik buiten ging kijken, was het uiteraard direct stil.” Wel hoorde hij vanuit een hoge boom constant het gepiep van een vogel. “Maar daar hebben we niet echt veel aandacht aan besteedt.”
Die link naar een vogel werd maandagavond gelegd, toen Bas zijn hond uitliet. “Die rende direct naar een bolletje in de berm. Ik dacht aan de zoveelste egel, maar het bleek een ransuil-kuiken te zijn.” Gelijk viel alles op zijn plek; het gepiep was het jong en het geblaf de beide ouders. “Wij wisten niet dat uilen dit geluid maakten”, vertelt Bas, die daarna ook het nest zo wist te spotten. “Deze zit in een hoge dennenboom in de tuin van de overburen.” Uit het piepende geluid dat uit het nest komt blijkt dat er nog een tweede uilskuiken is. In eerste instantie was het idee om het jong weer terug op het nest te krijgen. Maar vanwege de hoogte zou dat een niet ongevaarlijke expeditie worden. Uiteindelijk heeft de Dierenambulance de jonge ransuil opgehaald en naar de roofvogelopvang in Naarden gebracht, waar ze zich over het jonge dier zullen ontfermen.
Het gebeurt wel vaker dat jonge uiltjes het nest verlaten voordat ze goed en wel kunnen vliegen. Ze zitten in de omgeving van het nest of broedhol op de takken en worden om die reden takkelingen genoemd. Af en toe valt een uilskuiken tijdens zo’n uitstapje een takje te veel naar beneden. Belanden ze op de grond, dan klauteren ze vrolijk weer naar boven of blijven tijdelijk op de grond zitten. De ouderdieren weten hen feilloos te vinden, doordat de takkelingen met hun geroep bedelen om eten. Dit voeren gebeurt bij uilen natuurlijk ‘s nachts. Jonge uilen op de grond zijn dus geen vondelingen; je kunt ze in principe dus met een gerust hart ‘alleen’ achterlaten.