ZEEWOLDE – In drie eerdere delen tekende schrijver Hans de Bondt uit Zeewolde de spannende avonturen op van Oede en Lar, twee vrienden uit de Stam van Eugan, die ruim 6000 jaar geleden leefden op de plek waar nu de Flevopolder en de Noordoostpolder liggen. Begin september verscheen het vierde en tevens laatste deel van de serie: Oede en Lar, Terug naar het Lage Land. “Hoera, het is er!”, roept de 85-jarige schrijver blij, terwijl hij trots zijn laatste ‘kindje’ toont. “Het heeft lang geduurd. Met het verschijnen van het vierde deel heeft de hele serie namelijk een ander jasje gekregen. Het ziet er fantastisch uit, maar ik ben blij dat het er eindelijk is.”
In het laatste deel gaan de belevenissen van Oede en Lar verder. De Stam bivakkeert nog steeds op de grote Hoogte. Als enige, want de andere Stammen zijn al naar de Laagte vertrokken, bij het water. Er verandert wel wat in Eugans Stam. Er komt opeens een nieuw Stamlid bij. Hij werd gevangen door de tamme Wolf en naar de Stam gebracht door Oede. De vreemdeling mag blijven en wordt een aanwinst voor Eugans Stam. Na verloop van tijd willen toch de meeste Stamleden wel weer naar de Laagte terug, naar hun vertrouwde plekje, bij de andere Stammen, De verhuizing wordt een hele klus en het weer opzetten van de oude plek is nóg zwaarder. Maar als alles weer op orde is gebeurt er iets vreselijks. De Stam heeft heel veel moeite om dat vreselijke te boven te komen.
De boeken over Oede en Lar lezen lekker weg. Leuk is dat de lezer ongemerkt een stukje oergeschiedenis van de polder oppikt. Bijvoorbeeld over hoe de mensen zo’n 5000 tot 6000 jaar geleden, toen niemand nog sprak over Holland, Amsterdam of Lelystad, in het laag-land woonden en over hun gewoontes. “Ze kwamen hier zomers om te jagen, te verzamelen en te vissen om zo de winter op hoger gelegen gebied als bijvoorbeeld Schokland door te brengen”, vertelt Hans de Bondt, “Al mijn verhalen zijn zoveel mogelijk gebaseerd op historische feiten.” Informatie voor zijn boeken deed hij onder meer op in het Nieuw Land Erfgoedcentrum in Lelystad en museum Schokland. “Zo speelt nu een hoofdtooi met stenen, die gevonden is op het dodenveld in Swifterbant, een rol in het laatste deel.”
De schrijver uit Zeewolde, die lange tijd in de Noordoostpolder woonde, zegt zelf een geweldige polderfanaat te zijn. Zijn liefde en betrokkenheid voor de polder zet hij om in woorden. Dat doet hij zowel in dicht- als in boekvorm. “Toen ik in de polder kwam wonen, verbaasde ik me over het elan van de mensen en hun bereidheid, van ‘hier gaan we het maken’. Maar minstens even boeiend is de mentaliteit van de mensen die hier veel eerder woonden; vóórdat het water kwam.”
Tot op de dag van vandaag worden er in de polder restanten uit de steentijd gevonden. De vondsten uit de Swifterbantcultuur en zijn eigen vondst in de polder, van een naar schatting 5000 jaar oud bot van een eland, inspireerden Hans de Bondt tot verhalen die hij in eerste instantie aan zijn kleinkinderen vertelde. “Die vonden het prachtig. Zodoende ben ik de verhalen op gaan schrijven.”
De boekenserie is geschreven voor de leeftijd 8 tot 13 jaar. Maar de jeugdboeken blijken ook boeiend voor volwassenen. “Ouders vertelden mij dat ze de boeken ook graag lezen”, aldus Hans. Zelf heeft hij altijd veel plezier gehad in het schrijven. “Ik had het gevoel de avonturen soms zelf te beleven!”
Deel 4 van Oede en Lar, Terug naar het Lage Land, uitgegeven door Boek Scout, is te bestellen bij de (lokale) boekhandel. ISBN 978-94-6389-596-5. De boeken worden on demand geprint en zijn een paar dagen later in de boekhandel of in huis.