ZEEWOLDE – Met het aanplanten van ruim 160.000 jonge bomen heeft Staatsbosbeheer de afgelopen winter hard gewerkt aan het weerbaar en toekomstbestendig maken van het Horsterwold. Traditioneel zou ze daarbij een handje geholpen worden door tientallen schoolkinderen tijdens de jaarlijkse boomfeestdag. Dit feest ging tot twee keer toe niet door: de eerste keer omdat het gebied te nat was, de tweede keer gooide het coronavirus roet in het eten. Of deze scholen-doe-dag in de natuur nog op een later tijdstip zal plaatsvinden is nog niet bekend.
Nu zit het plantseizoen er op. In totaal is er in het Horsterwold 76 hectare nieuw bos aangeplant. Dat is ongeveer ter grootte van 150 voetbalvelden. Daarbij is een groot deel van de bestaande essen, die een groot deel uitmaken van de Flevolandse bossen, vervangen. Door de zogenoemde ‘Essentaksterfte’ zijn veel bomen ziek of waren al dood. Staatsbosbeheer geeft aan dat het hierdoor noodzakelijk was om de essen om te zagen en te vervangen voor nieuwe bomen. Er is bewust gekozen om deze bomen te vervangen door verschillende boomsoorten. “Daardoor ontstaat er een gevarieerd, afwisselend en duurzamer bos”, aldus boswachter Hans Breeveld. “Zo zijn er soorten gebruikt die beter tegen droogte kunnen, of die weinig last hebben van langdurige regenval. Op deze manier is het bos beter bestand tegen invloeden van klimaat en blijft het bos op termijn dus duurzaam in stand.”
Een dergelijk bos is volgens Staatbosbeheer een bos dat tot in lengte van jaren hout kan blijven produceren. “Waar natuurlijke waarden zich verder kunnen ontwikkelen, waar ook de recreant een plek kan vinden om te ontspannen en te onthaasten en waar CO2 wordt vastgelegd. Zo draagt een bos bij aan een gezonde leefomgeving voor mens en dier.”
De natte omstandigheden hebben het werk wel bemoeilijkt, maar uiteindelijk is het toch gelukt om de volledige 76 hectare bos opnieuw in te planten. Om de jonge bomen te beschermen tegen vraat van het aanwezige wild, is er een raster gezet om een deel van de jonge boompjes. Staatsbosbeheer verwacht dat dit raster na ongeveer vijf jaar weer weggehaald kan worden. “Dan zijn de boompjes zo groot zijn geworden dat het aanwezige wild er vrijwel geen effect meer op heeft.”
