FLEVOLAND - Oud-politiewoordvoerder Klaas Wilting schreef een boek over de ‘roerige jaren’ die hij tussen 1965 en 2001 beleefde in Amsterdam. Ook zijn Drentse jeugd komt erin ter sprake. Hij droeg het boek op aan zijn vrouw Gerda en beide kinderen, die de positieve, maar vaak ook negatieve aspecten van zijn werk mee moesten maken.
Blauw hart
Klaas Wilting (1943) werd geboren in een gereformeerd boerengezin in het Drentse Schoonoord. Het gezin telde tien kinderen. Klaas had drie oudere zussen, maar was wel de oudste zoon. In Drenthe was eind jaren ’50 weinig werk. Wilting weet het nog goed. “Vader heeft toen gesolliciteerd bij de gemeentetram in Amsterdam. Het hele gezin verhuisde mee. Dat was een gigantische onderneming! Er kwamen destijds veel noorderlingen en ook zuiderlingen naar de hoofdstad.” Het was voor de jonge Klaas aanvankelijk een flinke overgang. “Ik kwam vanuit het kleine Schoonoord in de grote stad Amsterdam. Iedereen van buiten, ook al kwam je uit Diemen, werd ‘boer’ genoemd. De ganse dag werd ik voor boertje uitgescholden. Er vielen daarbij weleens klappen, maar die gaf ik ook terug. Je groeit erin, zo ging dat bij mij althans. Zowel in Drenthe als in Amsterdam heb ik een fantastische jeugd gehad. In Amsterdam kon alles en ik maakte dan ook snel vrienden.” Na zijn militaire diensttijd kwam Wilting eerst bij de Rijksluchtvaartdienst te werken om na een eerdere afwijzing alsnog op de politieschool terecht te komen. “Mijn moeder zei: Klaas, ga nou maar! Ze was hartstikke trots, haar zoon bij de politie! Ik ging niet bij de politie om de wereld te verbeteren. Dat wordt vaak gedacht, maar is niet zo. Ik ben wel een politieman in hart en nieren geworden. Nog steeds voel ik me heel erg verbonden met de politie, zoiets laat je nooit meer los. Ik heb wat ze noemen een blauw hart.”
Na enige jaren bij de gemeentepolitie in ’s lands hoofdstad te hebben gewerkt, werd Klaas Wilting in 1980 voorlichter bij de Amsterdamse politie. Er was genoeg te melden, zeker als het om kraakacties ging. “Amsterdam brandde gewoon,” weet Wilting nog. “Soms moest zelfs de marechaussee ons komen helpen. Dieptepunt was toch wel de dood van Hans Kok in een politiecel in 1985. Ik bracht daarbij verkeerde informatie naar buiten. Dat hoorde ik pas later en het was te goeder trouw, maar het was onjuist. De politie had hem niet goed verzorgd. Vele uren werd er niet naar hem omgekeken en dat terwijl hij zwaar verslaafd was.” De kraakbeweging liet het er niet bij zitten. Klaas Wilting had het (mede) gedaan. Er verschenen zelfs pamfletten met zijn gezicht erop en daaronder ‘moordenaar’ geschreven. “Dat was een verschrikkelijke periode. Ik werd bedreigd en moest zelfs beveiligd worden. En ik niet alleen, ook mijn vrouw en kinderen.”
Bijlmerramp
Landelijke bekendheid kreeg Klaas bij de zaak van de ontvoering van Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer in 1983. Gevraagd naar waar hij bij zijn carrière het eerst aan terugdenkt, komt hij echter met een ander beladen onderwerp. “De Bijlmerramp in oktober 1992 was vreselijk. Nog zie ik de smeulende puinhopen en overal verspreid al die lichamen. En hoe we aan de hand van een vingerkootje iemand moesten identificeren. Dat was allemaal heel heftig! Toch, hoe gek het ook klinkt, ik heb een natuur waarbij ik dingen redelijk makkelijk van me af kan zetten. Het leek soms ook wel of het ene incident het andere opvolgde. Je had niet eens tijd om bij te komen. Daarbij weet je als politieman dat er iets van je wordt verwacht. Het is niet je taak om er treurig bij te zitten, je moet handelen.”
Naast zijn werk bij de politie werd Wilting een echte showman. Hij was kind aan huis bij AT5, maar deed ook mee met TV-programma’s als Sterrenslag en Te land, ter zee en in de lucht. “Van mijn korps heb ik daar nooit commentaar op gehad. Heel vaak was ik er ook als politiewoordvoerder. Zo kon ik een mooie brug tussen het korps en de mensen slaan.” Wilting sluit niet uit dat ‘De roerige jaren van een politiewoordvoerder’ nog een vervolg gaat krijgen. “Dit is maar een paar procent van wat ik heb meegemaakt. Hoe ik later herinnerd wil worden? Ik hoop dat de mensen aan mijn graf zullen zeggen dat ik heb geleefd en alles uit het leven heb gehaald.”
Bij de foto: Klaas Wilting reikte het eerste exemplaar van zijn boek uit aan misdaadverslaggever John van den Heuvel.