Zeewolde Actueel

Woensdag, 20 augustus 2025

Uw huis-aan-huis nieuwsblad met het laatste nieuws uit Zeewolde

Deportatie was voor Han Schenk kwestie van tijd

Deportatie was voor Han Schenk kwestie van tijd
Redactie: Mannes Schoppink

ZEEWOLDE - Wat deed u gedurende de oorlogsjaren ’40-‘45? Kunt u zich de bevrijding nog herinneren? Deel 5: Han Schenk (86).

Gemengd gehuwd

Han Schenk werd op 20 mei 1933 aan de Magdalenastraat in Alkmaar geboren als tweede en tevens jongste kind in het gezin van Meijert Schenk (1905-1962) en Deborah Wubbenhorst (1908-1987). “Het huis staat er nog steeds en wordt nu gebruikt als notenbar/kaaswinkel. Mijn vader was goudsmid en had er een winkel. Ik heet eigenlijk Hans, maar dan zou je HanSSchenk krijgen, nou, dat hoef ik niet uit te leggen…” Han ging naar de christelijke kleuterschool van juffrouw Schref in de Doelenstraat en toen hij op 20 mei 1940 7 jaar werd naar de Wilhelmina-‘School met den Bijbel’. “Tien dagen eerder was de oorlog begonnen. Ik was nog niet op school of ik was er ook al weer vanaf, want de moffen kwamen in de school.” Het laatste oorlogsjaar had Han helemaal geen school. “Alle mannen van 16 jaar en ouder werden opgepakt om in Duitsland te gaan werken. De onderwijzers van school hadden daar helemaal geen zin in en doken daarom onder. Doordat ik niet meer naar school kon, kreeg ik achterstanden op de Handelsschool en bleef ik zitten.” Hans broer Arie Cornelis (1930-2003) kreeg in 1944 difterie. “Dat was een zeer besmettelijke ziekte. Ik moest het huis uit en heb toen enige tijd bij mijn grootmoeder gelogeerd. Mijn broer heeft de dood in de ogen gekeken. Hij is geestelijk nooit meer de oude geworden en later op 72-jarige leeftijd overleden aan een hersentumor.”

Han is op een bijzondere manier aan deportatie ontsnapt. “Mijn Joodse moeder Deborah was een dochter van Leentje Trompetter. Zij meldde dat ze maar één Joodse grootouder had. In werkelijkheid waren het er twee. Doordat ze gemengd gehuwd was, kreeg ze uitstel. Je kon heel goed aan mijn moeder zien dat ze van Joodse afkomst was. Als de oorlog vijf maanden langer had geduurd, had ik dit niet meer kunnen vertellen. A.H. had bepaald dat Joden tot in de achtste graad moest worden vermoord en ik zat daar middenin. Mozes Israel en Jaantje Lewijt - de Jong, de oom en tante van mijn moeder bij wie zij als kind opgroeide, zijn op 20 maart 1943 direct bij aankomst in Sobibor in de gaskamers vermoord.”

Door dolle heen

4 mei 1945. Hans buurman Niek Zomerdijk had heel stiekem nog een radio gehouden en luisterde die avond naar Radio Oranje. “Hij riep de buren bij elkaar. Mijn moeder ging er gelijk heen. En toen was het: ‘Hier Radio Oranje, Nederlanders gij zijt bevrijd, Duitsland heeft gecapituleerd, de oorlog is voorbij, gij zijn bevrijd’. Wij konden het niet geloven. Mijn broer en ik zijn na acht uur toch de straat opgegaan. We waren door het dolle heen. We kwamen landwachters tegen en deden heel brutaal tegen die hufters. Ze waarschuwden ons binnen te blijven, want het kon nog gevaarlijk zijn en dat was ook zo.”

De volgende dag hingen overal vlaggen uit de huizen, iedereen was aan het hossen. Zo ook Han. “Ik was op een heuveltje bij wat wij noemden de molen van Piet om de Canadezen te verwelkomen. Links beneden stonden nog twee Duitse soldaten met hun geweer bij de bunker op wacht naar die Canadezen te kijken. Ik dacht ‘moeten ze die rotmoffen niet kapotschieten?’. Zo denk je dan als kind na vijf jaar oorlog en nadat er al zoveel onschuldige mensen waren doodgeschoten... We hebben nog maandenlang gefeest. Mijn moeder en ik gingen naar het postkantoor om de berichten te bekijken van Joden die de kampen hadden overleefd, totdat het bericht kwam dat mijn oom en tante Lewijt vermoord waren. G’d hebbe hun ziel…”

Foto links: Deborah Schenk-Wubbenhorst.

Foto rechts: Han Schenk (foto Marijke Talen).