ZEEWOLDE - Het hoort niet en toch gebeurt het regelmatig: bijplaatsen. Dat klinkt nog tamelijk onschuldig, maar wat hier bedoeld wordt is heel wat minder onschuldig: vuil en afval achterlaten bij een container die vol is, of niet blijkt te beschikken over een passende opening. Zoals bijvoorbeeld een afgedankte koffer, die op grond van het patroontje gemakshalve maar in de categorie ‘textiel’ werd gedacht, en naar de desbetreffende container werd gesleept. Maar ja, dát past niet…
Toegegeven, (grof)vuil deponeren waar het hoort, het afvalbrengstation, is in coronatijd geen pretje. De burger werkt en is meer thuis, produceert wat meer afval dan gebruikelijk, ruimt eens wat op ‘wegens wat ruimer in de vrije tijd’, en dat moet allemaal ‘kwijt’. Voeg daarbij dat het afvalbrengstation in het kader van de coronamaatregelen maximaal vijf auto’s tegelijkertijd op het terrein mag toelaten, en dan heb je de poppen wel aan het dansen. Op weg naar de Industrieweg wordt je al van verre gewezen op een ‘omleiding’ en dan is het een kwestie van aansluiten, met nog -tig wachtenden voor u. Een half uurtje is niks… Vervelend allemaal, maar het is natuurlijk onder geen enkele voorwaarde een vrijbrief om de boven- en ondergrondse containers binnen de bebouwde kom dan maar te bombarderen tot alternatieve stortplaats.
Nog anders wordt het als het gemak van bijplaatsen overslaat op een meer riskante categorie: het restafval. Paul de Vries en Auke van den Hoek, bewoners van de Windbaan, kunnen daarvan meepraten. Al geruime tijd ondervinden ze overlast van het feit dat de ondergrondse containers voor restafval in hun buurt sneller vol zijn dan ‘passend’ in het rooster van HVC, met als gevolg dat buurtbewoners die het niet zo nauw nemen met elementair burgerfatsoen “de boel er maar naast zetten als het er niet meer in wil.”
Bij navraag blijkt het met de frequentie van dat kwalijk burgergedrag overigens nog wel mee te vallen, en ook de reactiesnelheid van HVC/gemeente is niet meteen aanleiding voor een dieprode kaart. “Maar”, zo stellen de Vries en van den Hoek, “binnen de kortste keren staan brutale vogels als een gek te pikken en te sjorren aan die vuilniszakken, en de rest kun je wel raden. Muizen, ratten, alles komt erop af. Ziekteverwekkers bij uitstek, en dat in coronatijd…” En daar hebben de heren natuurlijk wel een punt. “We hebben dat herhaaldelijk aan de gemeente voorgelegd, maar we voelen ons op dit punt zo zoetjes aan wel wat in de steek gelaten.”
Communicatieadviseur Wilma Koekoek van de gemeente Zeewolde klinkt ietwat verbaasd. “Natuurlijk is het beslist niet de bedoeling dat burgers die misstanden melden zich niet serieus genomen voelen. We gaan zo zorgvuldig mogelijk om met dit soort meldingen, juist in deze lastige tijd waarin HVC topdrukte beleeft en een goede samenwerking met de gemeente cruciaal is om de overlast zoveel mogelijk te beperken. We wijzen de mensen continu op het feit dat elke HVC-pas toegang verschaft tot twee containers voor restafval, en dat toegang tot zelfs een derde container kan worden aangevraagd. In de meeste gevallen is dat echt afdoende om in de eigen buurt een container te kunnen vinden die wél plaats biedt. Maar ja, het vraagt van de burger nét even dat beetje meer…”
De kern van het probleem ligt dus niet zozeer bij de overbelaste HVC of plicht verzakende gemeente, als wel bij de burger die het eenvoudig vertikt om een tweede container te bezoeken of die vuilniszak even weer mee terug te nemen en in het eigen schuurtje te parkeren. “Een kwestie van fatsoen. Als men dat kan opbrengen”, aldus Koekoek, “dan is er al heel veel gewonnen. We zullen het uiteindelijk samen moeten doen.” En mocht zich een ‘heterdaadje’ voordoen, dan luidt het devies: “Houd het vriendelijk, en wijs elkaar prettig op wat eenvoudig burgerfatsoen hierin van je vraagt.” Hoe simpel kan het zijn…