Ik krijg een appje: “Mevrouw, kunt u niet weer zo’n challenge verzinnen?”
Met m’n mentorklas hebben we in de week voor de vakantie een leuke challenge gedaan. Ik had vijftig opdrachten verzonnen/opgezocht. Toen de klas in groepen verdeeld. Die opdrachten moesten ze digitaal met een filmpje of foto naar ons appen. M’n app-verkeer maakte overuren. Maar het was het waard. Wat een bedrijvigheid en pret in de klas! Zulke komische filmpjes.
“Hoezo?”, app ik. “Omdat ik me rot-verveel”, krijg ik terug. “Hoe vul je je dagen dan?”, vraag ik. “Eh.. nou… uitslapen, filmpjes kijken, tiktok, netflix, in bad, oh en eten.” Het is even stil. “Kijk, ik mag met één vriendin afspreken, dus dat doe ik soms.”
“En iets met je ouders doen?”, vraag ik. “Die werken en zijn verder een soort-van-moe. Of ze gaan samen wandelen. We kijken samen wel eens film.”
“Oké”, zeg ik; “ik zal er over nadenken.” Ik pols wat andere leerlingen en hoor inderdaad dat 1 juni wel ver is; want pas dan kunnen ze weer naar school.
De meivakantie voelt niet als vakantie. Het is leuk om ergens naar uit te kijken: een feestje, een festival, een verjaardag, een kampeerweekend, een familiebezoek, een logeerpartij …, maar dat is er nu niet meer. En voor werken zijn ze te jong. De markeerpaaltjes voor leuke dingen in de agenda zijn weg. Zelfs de zomervakantie lijkt niet meer leuk; want weer zes weken thuis is niet voor iedereen fijn.
Ik app terug: “Ik hamer er in de klas altijd op dat je goed moet plannen. Maak een overzicht voor komende week. Een dag heeft drie dagdelen. Ga vanavond met je ouder(s) zitten, ja het liefst met allebei. En vertel maar dat vervelen voor een dag leuk is, maar nu niet meer. Dat je hulp nodig hebt omdat je er niet vrolijk van wordt.
Plan samen dingen in je week, want dan heb je steeds iets leuks om naar uit te kijken: Een fietstochtje naar de Tuurtoren met je vader en daar grappige foto’s maken. Een gek recept uitzoeken en dat samen koken. De tafel heel chique dekken. Cluedo spelen met je vrienden of dammen met opa via facetime. Een gezichtsmasker met je moeder. Je haren verven. Op de fiets naar Harderwijk voor ‘n ijsje. Huur een supboard bij de RCN.
Of doe een challenge met twintig opdrachten: maak een groep aan met je ooms, tantes, neven, nichten en speel tegen elkaar in teams. Vást leuk als je tante zich vijf keer moet opdrukken.
Samen lukt het je vast om uit je dip te komen! Hou vol!”
Dan klinkt het naast me: “kom mam, we gaan wat leuks doen.”