“Zeg mevrouw?!”
“Ja?”
Dit online lesgeven is best saai. We kunnen nooit kloten.”
“Pardon?”
“Nou ja, ik bedoel klieren.”
“Oh ja. Hoezo kun je dat niet dan?”
“Nou, we zitten allemaal alleen op onze kamer. U hoeft geen orde te houden. U kunt er niemand uitsturen. U kunt onze microfoon uitzetten als u ons zat bent. U ruikt onze scheten niet. En u ziet ons toch niet.”
“Joh, elk nadeel heb z’n voordeel.”
“Hoe bedoelt u?”
“Nou”, ga ik verder, “je kunt nu onder de les lekker op je mobiel; dat zie ik toch niet. Je kunt achterstevoren zitten of opstaan. Je kunt in je pyjama in de les zitten. Ik zie niet dat je eet onder de les. Je kunt TikToks maken, op insta of Netfilxen. Je kunt naar de wc zonder vragen. En, vergeet dat niet: de lessen duren maar een half uur in plaats van vijftig minuten. Zie je. Allemaal voordelen.”
Het blijft even stil.
Ik ga door: “Je kunt geen ruzie met klasgenoten maken. Je ergert je niet aan de adem van een docent. Je hoeft je geen zorgen te maken over de kleren die je aan moet. Je hoeft niet op de fiets door de regen naar school. En er zijn geen klasgenoten tijdens een toets die hun neus ophalen.”
Weer is het even stil.
Dan neemt hij het woord:
“Daar heeft u een punt. Een heleboel zelfs. Maar ik mis mijn vrienden. Ik mis de pauzes. En de grappen in de klas. Ik mis het om een docent te pakken te nemen. Ik mis de snoepautomaat en de lol met de conciërge. Ik mis het om te kijken naar leuke meiden. Ik mis de echte uitleg van docenten. En dat zij jou zien. Het is raar om een hele ochtend met je klasgenoten les te hebben. En dat je er geen één gezíen hebt. Want iedereen heeft z’n camera uit.
En ik mis zelfs de huiswerkcontroles. Dat had u niet gedacht hè? Maar het is gewoon leuk als een docent zegt “goed gedaan jochie”. Want zeg nou zelf; huiswerk maken doe je voor je docent, niet voor jezelf. En ik mis zelfs de toetsen.”
“De toetsen?”
“Ja. Het is lekker om een goed cijfer binnen te halen.”
Weer is het stil.
“Echt, het is saai.
Eigenlijk wil ik gewoon weer naar school.”