We krijgen een bemoedigende mail van onze directeur: “Met elkaar zorgen we ervoor dat het onderwijs zo goed mogelijk doorgang vindt.”
En daar gaan we voor.
Maar wat viel die opdracht me tegen zeg. Waar ik normaal mijn schouders er meteen wel onder zet, kwam alles nu warrig op gang.
Mijn echtgenoot ging thuiswerken en liep luid bellend door het huis. Mijn zoon zat te facetimen met klasgenoten en kon niet in het systeem en ging dus gamen. Dochter nummer een snapte niks van magister en ging haar kamer schilderen. En dochter nummer twee kreeg van haar juf huiswerk via mijn telefoon en zat achter de computer en riep regelmatig hard “Mam!!!”
Ergens daartussen liep ik een marathon met thee en koffie. Met lunch, vuile was en zorg voor mijn schoonmoeder van 80 aan de telefoon. Ik wilde supermamma zijn, maar had keelpijn, een beetje verhoging en stress of ik nu corona kreeg. Tussendoor was ik nog een dag jarig. En moest ik werken.
Werken? Ja. We moesten digitale leerstof maken. Digitaal overleggen. Leerlingen motiveren. Digitaal lesgeven. En vooral denken aan mijn directeur die “wilde dat ons onderwijs zo goed mogelijk doorgang had.”
Ik kreeg er geen grip op. En ik hou zo van grip.
“Leuk hè”, riep een kennisje die fulltime thuisonderwijsmoeder is “dat jij nu ook aan thuisonderwijs doet.” Leuk? Ik vind er niks aan. Hoe moet ik nou werken als m’n huis ontploft, en ik in een app lees dat de docenten falen.
En toen zei een vriendin: “Maak er wat van, knuffel je kinderen. Maak tijd voor leuke dingen, leg je telefoon weg, wees trots op wat je doet en vergeet een perfect rooster. Wees dankbaar voor de liefde, je gezondheid en geluk.”
Ach, dat weet ik best. Maar ik was het gewoon even vergeten, in al die hectiek.
Hoe we ons deze tijd voelen zal ons vast bijblijven, meer nog dan wat we deden.
Adem in, adem uit. Perfect zal het niet gaan in deze vreemde en spannende tijd.
Dus als de lat te hoog ligt, loop er dan maar lachend onderdoor.